De Koninklijke Marechaussee gaat bij het uitvoeren van controles in de grensstreek met enige regelmaat zijn boekje te buiten. Marechaussees controleren niet alleen op het grensverkeer van personen, maar ook op zaken die horen tot het werkterrein van de politie.
Dat blijkt uit onderzoek van hoogleraar rechtssociologie Maartje van der Woude van het Van Vollenhoven Instituut van de Universiteit Leiden. Het onderzoek is onder meer gebaseerd op gesprekken met medewerkers van de marechaussee en 800 uur meereizen met de teams van wat sinds 2008 het Mobiel Toezicht Veiligheid heet.
“De veiligheidspet lijkt door sommigen niet alleen belangrijker, maar ook leuker te worden geacht dan de vreemdelingenpet. Jongere marechaussees lijken in het bijzonder gebrand te zijn op het vangen van boeven in plaats van op het toezicht houden op de Vreemdelingenwet”, zegt Van der Woude in Trouw.
Illegale migratie
De marechaussee heeft de taak om de illegale migratie tegen te gaan. De afgelopen jaren is het takenpakket uitgebreid met identiteitsfraude en mensensmokkel. Hierdoor is volgens de onderzoekster de werkopvatting gewijzigd.
Het is op het eerste oog logisch om een aangehouden auto te controleren op personen voor de Vreemdelingenwet en tegelijk ook ‘boeven te vangen’. Als daarvoor de bevoegdheid ontbreekt is dat echter onwenselijk, volgens Van der Woude. Ze wijst er op dat “een dergelijke koppeling ook bijdraagt aan de onheuse beeldvorming dat migratie en criminaliteit altijd samengaan”.
De marechaussee die heeft meegewerkt aan het onderzoek, zegt dat het op verschillende manieren aan de slag gaat met de resultaten. Wel geeft de marechaussee aan dat het bij mobiel toezicht bij een redelijk vermoeden van iets strafbaars verder onderzoek mag doen.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl